Josef Hoffmann

Josef Franz Maria Hoffmann was een Oostenrijks architect en ontwerper. Hij was betrokken bij de oprichting van de Wiener Seccession en was de centrale figuur van de Wiener Werkstätte, die hij in 1903 samen met Koloman Moser oprichtte. Tot zijn bekenste ontwerpen behoort het Stocletpaleis in Brussel, dat wel als het sluitstuk van de Jugendstil wordt beschouwd.
Josef Franz Maria Hoffmann werd op 15 december 1870, in het stadje Pirnitz, gelegen in een industrieel centrum van deDonaumonarchie geboren. Zijn vader was mede eigenaar van een textiel fabriek en daarnaast burgemeester van het dorp. In 1879 ging Josef Hoffmann naar het gymnasium van Iglau. Zijn vader wilde dat hij een juridische carrière als ambtenaar na zou streven. Enigszins getraumatiseerd door de strenge, disciplinaire opleiding, werd zijn interesse gewekt voor de kunst en de architectuur. Vanaf 1887 bezocht hij dan ook de bouwkundige afdeling van de hogere staatsschool te Brno.
Na zijn afstuderen in 1891 vestigde hij zich, als bouwmeester, bij het militair bouwbedrijf te Wurzberg.
In 1892 begon hij zijn studie aan de Academie van de Beeldende Kunsten in Wenen, alwaar hij een opleiding volgde bij de zogenaamde Specialistische school voor de architectuur onder leiding van de toenmalige rector, Carl Hassenauer. Vanaf 1894 werd er les gegeven door Otto Wagner en in datzelfde jaar won Josef Hoffmann de prijs van Rome voor zijn afstudeerproject “Forum orbis, insula pacis”.
In 1895 ging hij op studiereis naar Italië (zijn prijs van Rome), waar hij samen met Olbrich vooral onder de indruk van de landelijke architectuur op Capri was.Twee jaar later werd er een essay over Capri van hem gepübliceerd in het magazine “De Architect”, toen hij inmiddels deel uitmaakte van het Architectenbureau van Otto Wagner.
Tussen 1895 en 1896 begon hij met o.a. Moser, Olbrich en Kurzweileen enigszins avantgardistisch forum te vormen voor het uitproberen en uitvinden van nieuwe architectonische en filosofische ideeën.
In 1897 richtte hij samen met Joseph Maria Olbrich de Wiener Secession op. Een vereniging van Oostenrijkse beeldende kunstenaars. Hij zou er tot 1905 aan verbonden blijven. In 1898, voor de tweede tentoonstelling van de Secession, richtte Hoffmann de redactiekamer van het Secessions tijdschrift “Ver Sacrem”in en ook de atelierinrichting voor Koloman Moser en die voor de schilder Stohr. Karakteristiek is Hoffmanns voorkeur voor vierkanten en kubussen (nog voor dat het Kubisme zou opkomen), die hem al snel de spotnaam Quadratl-Hoffmann opleverden. Aan het eind van dat jaar trouwde hij met Anna Hladik.
In 1899 was Josef Hoffmann in nog grotere mate betrokken bij de jaarlijkse Secessionstentoonstellingen en legde hij de eerste contacten voor potentiële opdrachtgevers. Voor Wittgenstein verbouwde Hoffmann het landhuis Bergerhoogte (Noord Oostenrijk). Ook werd hij samen met Moser tot professor gepromoveerd van de kunstnijverheidsschool te Wenen.Hier zou hij tot 1936 les blijven geven in de vakken architectuur, metaalwerk, emailleren en kunstnijverheid. Het jaar 1900 werd door Josef Hoffmann gekenmerkt door nieuwe invloeden. Hij richtte bij de Wereldtentoonstelling in Parijs de ruimten voor de kunstnijverheidsshool en de Secession in en ontwierp daar ook nog eens de eetkamer. Bij een studiereis naar Engeland kwam hij in contact met de werkprincipes van de “Guild of Handcraft”en met Charles Mackintosh. Op de achtste Secessionstentoonstelling werden dan ook ontwerpen van Ashbee, van de Velde en Mackintosh getoond. Hoffmann begon het idee te vormen voor een kunstenaarskolonie op de Hohe Warte, buiten Wenen.
Tegelijkertijd werd Josef Hoffmann gesierd met de opdracht huizen te ontwerpen voor Carl Moll, Moser, Henneberg en Spitzer. In datzelfde jaar was de geboorte van zijn zoon, Wolfgang. In het volgende jaar talrijke opdrachten voor het inrichten van woningen waaronder die voor Helene Hochstetter, Magda Markhoff, Hugo Koler, Gustav Pollak en Hans Salzer. In 1902, bij de veertiende Secessionstentoonstelling, was Josef Hoffmann opgewaardeerd tot algemeen hoofd van de Kunstzinnige en ruimtelijke aankleding van het geheel, terwijl zijn stilistische ontwikkeling zich op het hoogtepunt van zijn puristische fase bevond.
In 1903 richt hij samen met Koloman Moser de Wiener Werkstätte op, voor het ontwerpen en produceren van hoogwaardige artikelen voor het binnenhuis. Moser en Hoffmann namen de ontwerpafdeling onder hun hoede. Waerndorfer, die ook betrokken was bij de oprichting, was verantwoordelijk voor de verkoop.
Het sanatorium Purkersdorf in Wenen ontwierp Hoffmann in 1904. De inrichting en alle decoratieve onderdelen werden door Hoffmann in samenwerking met Moser ontworpen, terwijl de Wiener Werkstätte voor de productie rekende. Josef Hoffmann trad tegelijkertijd, samen met Gustav Klimmt, uit de Secession die toen zijn beste tijd gehad had. Ook ontmoette hij dat jaar Adolphe Stoclet in het huis van Carl Moll op de Hohe Warte. Een jaar later bouwde Josef Hoffmann nog een huis op de Hohe Warte en wel voor Alexander Brauner.
Hij reisde daarna naar Brussel af om met Stoclet het contract af te sluiten voor de bouw van het paleis Stoclet. De oplevering van het Palais Stoclet vond pas plaats in 1911 en heeft zodoende dus maar liefst zes jaar geduurd. En er werd aan mee gewerkt door de gehele Wiener Werkstätte. Het paleis is het beste voorbeeld van het “Gesamtkunstwerk”dat de Wiener Werekstätte nastreefde. Het gebouw is met zijn vierkante marmeren vlakken een karakteristieke Hoffmanncreatie. De rechte lijnen van dit slotakkoord van de Jugendstil markeren ook het verschil met de verwante Art Nouveau, zoals die kort daarvoor in Brussel had gefloreerd, onder meer in het werk van Victor Horta.
Voor Wittgenstein bouwde hij in 1906, een jachthuis om. Voor Helene Hochstetter, bouwde hij een woonhuis en voor Moll een tweede huis op de Hohe Warte. Hij richtte buiten dat alles ook nog eens het Cabaret Fledermaus in.
In 1907 ontmoette hij Le Corbusier in Wenen en verliet Koloman Moser de Wiener Werkstätte.
Meer ontwierp Josef Hoffmann in 1909 en 1910, zoals de eetkamer van de familie Knips, het huis voor Eduard Ast opo de Hohe Warte en het jachthuis voor Pizzini in Klosterberg. Een van zijn hoogtepunten was het Oostenrijkse Paviljoen op de internationale kunsttentoonstelling in Rome. In 1913 volgde de bouw van Het Primavesi huis te Winkelsdorf. In deze periode ging het duidelijk minder goed met Josef Hoffmann. Zijn gezondheid ging achteruit en hij werd zelfs enkele malen opgenomen in een sanatorium. Toch knapte hij op en ontwierp in 1914 de Primavesi villain Wenen. In 1924 bouwde hij een huis voor Sonja Knips in Wenen en trouwde hij met zijn tweede vrouw, Karla. In 1932 begon de opheffing van de Wiener Werkstätte, mede veroorzaakt door de slechte gezondheid van Josef Hoffmann. In 1932 was de liquidatie een feit.
Hij had als geniale ontwerper, architect en persoonlijkheid zijn vooraanstaande plaats in de geschiedenis als verdiend en zal altijd grote invloed op de gehele ontwikkeling van design, architectuur en kunst blijven hebben.
In 1950 was Josef Hoffmann de eerste laureaat van de Grote Oostenrijke Staatsprijs (Grosser Ostenrreichischer Staatspreis) voor architectuur.
Met zijn dood op 7 mei 1956 heeft hij dan ook een ongelooflijk produktief en bewonderenswaardige carrière afgerond.
No comments
The comments are closed.